Over het boek:
Verbondenheid en het verlangen ernaar is van alle tijden en voor alle mensen.
Het is inherent aan mensen, het gaat om een dagelijkse manier van in
het leven staan. Verbondenheid maakt het meest wezenlijke deel uit van de
opdracht van hulpverleners in hun samenwerking met mensen in kwetsbare
leefsituaties. Zij zijn vaak de draad met zichzelf en hun omgeving verloren.
Ook begeleiders zijn soms de draad kwijt. Maar het fundament van een
samenwerkingsrelatie
is juist die verbondenheid. Soms lijkt ze als streef- én als
doe-waarde ondergesneeuwd door tal van factoren van economische, ethische
of maatschappelijke aard. De auteurs gaan uit van een model waarin
verbondenheid zich situeert op zes dimensies. Hierbij krijgen vragen als ‘Hoe
kunnen we de verbondenheid tussen de cliënt en de wereld bevorderen?’,
‘Hoe kunnen de begeleider en het team hun eigen verbondenheid versterken?’
en ‘Hoe kan het management verbondenheid weer op de kaart zetten?’
concrete antwoorden. Het gaat niet langer om een filosofisch discours, maar
vooral om handelen. De vele praktijkvoorbeelden prikkelen en zetten aan om
met overtuiging te werken aan verbondenheid.