Over het boek:
NEDERLANDS
Onderhavig boek behandelt het Europees Stelsel van Rekeningen (ESR), zijn rapportering en revisorale
controle. In het eerste inleidende hoofdstuk wordt kort ingegaan op de opdracht waar bedrijfsrevisoren
rechtstreeks worden geconfronteerd met het ESR, nl. bij Vlaamse publiekrechtelijke rechtspersonen
overeenkomstig het Vlaams Rekendecreet. Het tweede hoofdstuk zoomt in op de oorsprong en de
bestaansredenen van het ESR. Vervolgens schetst het derde hoofdstuk de evolutie van het wettelijk kader van
ESR op Europees vlak.
De implementatie van ESR in het Belgisch wetgevend kader vormt het onderwerp van het vierde hoofdstuk.
Naast de overheidsperimeter volgens het ESR 1995 en het ESR 2010 wordt dieper ingegaan op de rekeningen
van de overheid inclusief de deelrubrieken en de ESR-rapportering door de Belgische overheden. Het vijfde
hoofdstuk behandelt de vergelijking tussen ESR 1995 en ESR 2010. De vergelijking tussen de accruals-based
ondernemingsboekhouding en het ESR vormt het onderwerp van het zesde hoofdstuk.
Hoofdstuk zeven argumenteert dat goede accruals-based boekhouding, die het voorwerp is van een
doeltreffende interne controle en een onafhankelijk audit, de noodzakelijke basis vormt voor betrouwbare
statistieken overeenkomstig ESR. De rol van het bedrijfsrevisoraat in het ESR-verhaal wordt in het achtste
hoofdstuk in kaart gebracht. In het negende hoofdstuk wordt dieper ingegaan op wat het Rekenhof als
groepsauditor specifiek van de bedrijfsrevisor verwacht bij de controle van ESR.
Een epiloog van de Voorzitter van het IBR waarin de uitdagingen en opportuniteiten voor het revisoraat in het
kader van het ESR-verhaal nader worden toegelicht, sluit het boek af.
Inhoudstafel
Woord vooraf
Met een abonnement op de reeks krijgt u een korting van 15% op de normale verkoopprijs.
Meer informatie: ICCI Reeks
FRANCAIS
Le systeme europeen des comptes (SEC) reporting et controle revisoral
Le présent ouvrage traite du Système européen des comptes (SEC), de son reporting et de son contrôle
révisoral. Le premier chapitre introductif décrit brièvement la mission dans laquelle les réviseurs d’entreprises
sont directement confrontés au SEC, à savoir auprès de personnes morales flamandes de droit public
conformément au décret flamand des comptes. Le deuxième chapitre se concentre sur les origines et les raisons
d’être du SEC. Ensuite, le troisième chapitre retrace l’évolution du cadre légal du SEC au niveau européen.
L’implémentation du SEC dans le cadre législatif belge constitue le thème du quatrième chapitre. En plus du
périmètre public selon le SEC 1995 et le SEC 2010, les comptes des pouvoirs publics, y compris les sousrubriques
et le reporting SEC par les autorités belges, sont examinés plus en détail. Le cinquième chapitre
est consacré à la comparaison entre le SEC 1995 et le SEC 2010. Une comparaison entre la comptabilité des
entreprises et le SEC est donnée dans le sixième chapitre.
Le septième chapitre démontre qu’une bonne comptabilité d’engagements, qui fait l’objet d’un contrôle
interne efficace et d’un audit indépendant, constitue la base nécessaire à des statistiques fiables, conformément
au SEC. Le rôle de la profession de réviseur d’entreprises dans le contexte du SEC est détaillé dans le huitième
chapitre. Dans le neuvième chapitre, l’on se concentre sur ce que la Cour des comptes, en tant qu’auditeur de
groupe, attend spécifiquement du réviseur d’entreprises dans le cadre du contrôle du SEC.
L’ouvrage se termine par un épilogue du Président de l’IRE dans lequel il expose les défis et les opportunités
du révisorat dans le cadre d