Over het boek:
Dit themanummer uit de reeks Cahiers Geschiedenis van de Geneeskunde
en Gezondheidszorg is gewijd aan de belangrijke vernieuwing die zich in de
twaalfde eeuw in West-Europa, met Vlaanderen als kerngebied, voltrok op
het vlak van de geneeskundige kennis en de ziekenzorg. Dank zij Latijnse
vertalingen van Arabische teksten kwam de oud-Griekse medische leer opnieuw
aan het licht, wat voor het eerst sinds de oudheid een theoretisch
kader bezorgde aan de Westerse medische gedachtegang. Naast de ziekenzorg
in de handen van de clerus, begonnen leken zelf stadshospitalen te
stichten en de zorg van de zieken op zich te nemen. Dit ging gepaard met
een begin van medische specialisatie. Het boek belicht vanuit een medischhistorisch
standpunt infectieziekten die in de twaalfde eeuw ophef maakten
– lepra en scrofulose – en voedingsziekten – hongersnood en het Sint-
Antoniusvuur. Treffende voorbeelden uit die tijd focussen op ziektepreventie
en -behandeling.
Deze publicatie richt zich niet alleen tot (para)medisch of historisch geschoolden
maar ook tot een ruimer publiek.
>>
Intekenen op de reeks (20% korting op dit en alle toekomstige delen)
Uit de inhoud:
Inhoudsopgave
Inleiding
Over de auteur(s):
Johan R. Boelaert is internist-nefroloog (KU Leuven en Parijs). Hij werkte
tot 2007 als clinicus in het Brugse Sint-Janshospitaal (AZ Sint-Jan). Hij
bouwde er ook de afdeling infectieziekten uit en verrichtte onderzoek over
infectieziekten bij patiënten aan dialyse en over HIV. Hij is actief in de Brugse
medisch-historische werkgroep ‘Montanus’. Hij schreef onder meer Zes
eeuwen infectie in Brugge, 1200-1800 (2011, Leuven). Zijn interesse in de
middeleeuwse medische geschiedenis vormt de aanzet tot dit cahier over
de twaalfde-eeuwse vooruitgang in de medische kennis en vernieuwing in
de ziekenzorg.